Met
verbeteringen van imaging voor prostaatcarcinoom (PrCa) is het aantal diagnosen
van oligometastatische ziekte (5 of minder metastasen) substantieel toegenomen.
De waarde van radiotherapie (RT) naar de metastasen in synchroon
oligometastatisch PrCa is niet duidelijk. Een retrospectieve cohortstudie van
het University of Nebraska Medical Center in Omaha heeft de associatie tussen
RT voor oligometastatisch PrCa en biochemische progressievrije overleving
(bPFS) geïnventariseerd. Dr. Michael Baine en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1
De studie
includeerde 43 patiënten (gemiddelde leeftijd 66,7 ± 8,6 jaar; gemiddeld
pretreatment PSA 53,3 ng/ml) met oligometastatisch castratiesenstief
prostaatcarcinoom. Er waren 10 patiënten met M1-ziekte en 33 patiënten met N1-only ziekte. De patiënten kregen RT naar
de prostaat en de metastasen, plus androgeendeprivatietherapie. Graad 3 of 4 adverse events werden gezien in 2,3% van
de patiënten; er waren geen graad 5 AEs. De mediane follow-up was 4 jaar (range
2-12). Biochemisch falen werd gezien in 2 van 10 patiënten (20%) met M1-ziekte en 5
van 33 patiënten (15,2%) met N1-only
ziekte. De bPFS was niet significant verschillend tussen beide groepen
(p=0,55). De mortaliteit was significant hoger in de M1-groep dan in de N1-only groep 30% versus 0%; p=0,01). De
gemiddelde tijd tot overlijden was 5,8 (SD 1,2) jaar.
De
onderzoekers concluderen dat metastase-gerichte radiotherapie veelbelovende
werkzaamheid had in patiënten met synchroon oligometastatisch PrCa.
1.Huynh
LM, Bonebrake BT, Enke C, Baine MJ. Survival outcomes after radiotherapy for the treatment of synchronous
oligometastatic prostate cancer. JAMA Network Open 2022;5:2235345
Summary: A retrospective cohort study at the
University of Nebraska Medical Center (Omaha, NE) assessed survival outcomes
after stereotactic body radiotherapy to the prostate and metastatic sites,
combined with androgen deprivation therapy, in patients with synchronous
oligometastatic castration-sensitive prostate cancer. At median follow-up of 4
years (range 2-12), 20% of patients with M1 disease and 15.2% of patients with
N1-only disease experienced biochemical failure.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)