
De studie includeerde 225.938 vrouwen met een diagnose stadium I tot en met III IDC of ILC voor de leeftijd 50 jaar tussen begin 1990 en eind 2015. De gemiddelde leeftijd bij diagnose was 42,7 jaar in SEER, 41,8 jaar in KBCR, en 41,8 jaar in AMCR. Het primaire eindpunt van de studie was mammacarcinoom-specifieke overleving (BCSS). De mediane follow-up was 90, 94, en 120 maanden in de drie databases. De BCSS was beter onder de ILC-patiënten dan onder de LDC-patiënten tijdens de eerste tien jaar na de diagnose: HR 0,73 (95%-bti 0,68-0,78) in SEER; HR 1,20 (0,91-1,58) in KBCR; en HR 0,50 (0,29-0,86) in AMCR, maar slechter tien jaar en later na de diagnose: HR 1,80 (1,59-2,02) in SEER; HR 2,79 (1,32-5,88) in KBCR; en HR 2,23 (1,04-4,79) in AMCR.
De onderzoekers concluderen dat premenopauzale vrouwen met ILC slechtere BCSS hebben dan premenopauzale vrouwen met IDC, hetgeen kan worden toegeschreven aan een hoger percentage laat recidief. Histologisch subtype moet worden meegewogen in de keus voor type en duur van endocriene therapie voor premenopauzale vrouwen.
1.Yoon TI, Jeong J, Lee S et al. Survival outcomes in premenopausal patients with invasive lobular carcinoma. JAMA Network Open 2023;6:e2342270
Summary: Analysis of databases in the United States and South Korea found that premenopausal women with ILC had worse prognosis than those with IDC, which can be attributed to a higher late recurrence rate of ILC than that of IDC.