Het doel van onmiddellijke borstreconstructie na mastectomie voor mammacarcinoom is het minimaliseren van deformiteit en het optimaliseren van de kwaliteit van leven van de patiënten. Dr. Andrea Pusic (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en haar collega’s van het Mastectomy Reconstruction Outcomes Consortium hebben een studie uitgevoerd van patiënt-gerapporteerde uitkomsten (PROs) na onmiddellijke implantatie-gebaseerde versus autologe reconstructie. Ze publiceren de studie online in het Journal of Clinical Oncology.¹

De studie, uitgevoerd in elf centra in de Verenigde Staten, had 1139 deelneemsters die implantatie-gebaseerde en 493 deelneemsters die autologe reconstructie ondergingen. Voorafgaand aan en een jaar na de ingreep beantwoordden de deelneensters de BREAST-Q, een specifieke PRO-maat voor borstchirurgiepatiënten, en PROMIS-29, een algemene PRO-maat. De respons op de vragenlijsten na een jaar was 72,5%.

Na controle voor baseline-waarden rapporteerden de patiënten die autologe reconstructie ondergingen vergeken met patiënten die implantatie-gebaseerde reconstructie ondergingen een jaar na de ingreep meer tevredenheid over hun borsten (verschil 6,3 punten; p<0,001), beter seksueel welbevinden (verschil 4,5; p=0,003), en beter psysociaal welbevinden (verschil 3,7; p=0,02). Patiënten in de autologe-reconstructiegroep hadden een jaar na de ingreep vergeleken met preoperatieve baseline meer tevredenheid over hun borsten (verschil 8,0; p=0,002) en beter psychosociaal welbevinden (verschil 4,6; p=0,047). Het fysiek welbevinden voor de borstkas was in geen van beide groep geheel terug op preoperatief niveau: in de implantatiegroep bedroeg het verschil -3,8 (p=0,001) en in de autologe-reconstructiegroep was het verschil -2,2 (p=0,04); in de autologe-reconstructiegroep was na een jaar het fysiek welbevinden voorhet abdomen niet terug op het preoperatieve niveau (verschil -13,4; p<0,001). Angst en depressie waren in beide groepen na een jaar afgenomen. Vergeleken met baseline hadden de patiënten uit de implantatiegroep na een jaar minder vermoeidheid (verschil -1,4; p=0,035) terwijl de patiënten in de autologe-reconstructiegroep toegenomen pijn-interferentie hadden (verschil 2,0; p=0,006).

De onderzoekers concluderen dat onmiddellijke autologe versus implantaat-gebaseerde reconstructie resulteerde in meer tevredenheid van de patiënten over hun borsten en beter seksueel en psychosociaal welbevinden. De tevredenheid over de borsten was een jaar na de ingreep hoger dan voor de ingreep, maar het fysieke welbevinden werd niet volledig hersteld..

1.Pusic AL, Matros E, Fine N et al. Patient-reported outcomes 1 year after immediate breast reconstruction: results of the Mastectomy Reconstruction Outcomes Consortium Study. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print