Het optimale
management voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom hangt samen met comorbiditeiten
en levensverwachting van de patiënt en kenmerken van de ziekte. De keuze uit de
verschillende beschikbare behandelingen dient gebaseerd te zijn op informatie
over werkzaamheid en adverse events. Een
prospectieve cohortstudie van mannen met gelokaliseerd prostaatcarcinoom in de
Verenigde Staten heeft patiënt-gerapporteerde uitkomsten (PROs) van
verschillende behandelingen vergeleken. Dr Karen Hoffman (MD Anderson Cancer Center,
Houston TX) en collega’s publiceren
de studie online in JAMA.1
De studie
includeerde mannen met een diagnose gelokaliseerd prostaatcarcinoom in 2011 of
2012. Onder deze patiënten waren er 1386 met gunstig-risico ziekte en 619
mannen met ongunstig-risico ziekte. De behandelingen waren actieve surveillance
(n=363), nerve-sparing prostatectomie (n=675), EBRT (n=261), en lage-dosering
brachytherapie (n=87) voor mannen met gunstig-risico ziekte en prostatectomie
(n=402) of EBRT met androgeendeprivatietherapie (n=217) voor mannen met
ongunstig-risico ziekte. PROs werden op verschillende tijdstippen geïnventariseerd
met de 26-item Expanded Prostate Index Composite vragenlijsten (range 0-100).
Het primaire eindpunt was de score na vijf jaar, met minimum clinically important difference 10 tot en met 12 voor
seksueel functioneren, 6 tot en met 9 voor urine-incontinentie, 5 tot en met 7
voor urinaire symptomen, en 4 tot en met 6 voor darm- en hormonale functie.
Onder de
mannen met gunstig-risico ziekte was prostatectomie vergeleken met actieve
surveillance geassocieerd met slechtere urine-incontinentie na vijf jaar (gemiddeld
verschil -10,9) en seksueel functioneren na drie jaar (-15,2). Brachytherapie
versus actieve surveillance was geassocieerd met slechtere urinaire symptomen
(-7,0), seksueel functioneren (-10,1), en darmfunctie (-5,0) na één jaar. EBRT
versus actieve surveillance was geassocieerd met verschillen die gedurende vijf
jaar niet het niveau van klinisch belangrijk bereikten. Onder mannen met
ongunstig-risico ziekte was EBRT plus ADT vergeleken met prostatectomie
geassocieerd met slechter hormoonfunctie na zes maanden (-5,3) en slechtere
darmfunctie na een jaar (-4,1) maar beter seksueel functioneren na vijf jaar
(+12,5) en incontinentie na vijf jaar (+ 23,2).
De
onderzoekers concluderen dat prostatectomie vergeleken met andere opties
geassocieerd was met slechtere incontinentie, en dat prostatectomie voor
ongunstig-risico ziekte vergeleken met EBRT plus ADT geassocieerd was met
slechter seksueel functioneren.
1.Hoffman
KE, Penson DF, Zhao Z et al. Patient-reported
outcomes through 5 years for active surveillance, surgery, brachytherapy, or
external beam radiation with or without androgen deprivation therapy for
localized prostate cancer. JAMA 2020;323:149-163
Summary: A prospective
cohort study of 2005 men with localized prostate cancer compared
patient-reported outcomes of active surveillance, surgery, brachytherapy, and
external beam radiation with or without androgen deprivation therapy. Most
functional differences between the groups attenuated by 5 years. However,
prostatectomy compared with all other options was associated with worse
incontinence, and prostatectomy for unfavorable-risk disease compared with EBRT
plus ADT was associated with worse sexual function.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)