De studie includeerde 567 patiënten die tussen begin 2002 en eind 2011 R0/R1-resectie ondergingen voor een eerste LR van RPS. In 400 van deze patiënten (70,5%) werd tweede recidief gezien. In 323 patiënten (81%) was het tweede recidief lokaal, 55 patiënten (14%) hadden afstandsmetastasen (DM), en 22 patiënten (5%) hadden zowel LR als DM. Het meest-voorkomende subtype in de LR-groep was liposarcoom, terwijl onder de DMs vooral leiomyosarcoom werd gezien. Van de patiënten met tweede alleen LR ondergingen 200 her-resectie (62%). De vijf-jaars OS na tweede recidief was 46% in de LR-groep, 26% in de DM-groep en 0% in de groep met LR plus DM (p<0,001). Factoren die in multivariate analyse geassocieerd waren met betere OS waren tijd tussen chirurgie en ontwikkeling van tweede recidief (32 maanden versus 8 maanden HR 0,44; p<0,001) en chirurgie voor tweede recidief (wel versus niet HR 3,25; p<0,001). De vijf-jaars OS was 59% in de groep die chirurgie onderging voor tweede LR versus 18% in de groep die niet geschikt werd geacht voor chirurgische resectie.
De onderzoekers concluderen dat de overleving na tweede recidief van RPS uiteenliep op basis van recidiefpatroon en behandeling.
1.Van Houdt WJ, Fiore M, Baretta F et al. Patterns of recurrence and survival probability after second recurrence of retroperitoneal sarcoma: a study from TARPSWG. Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A study by the Transatlantic Australasian Retroperitoneal Sarcoma Working Group found that survival rates after second recurrence of RPS varied based on patterns of disease recurrence and treatment. The five-year OS rate was 46.5% among patients with local recurrence, 25.5% among patients with distant metastasis, and 0% among patients with both LR and DM. The five-year OS rate was 59% among patients undergoing surgery for a second LR versus 18.8% among patients who were ineligible for surgical resection.