De
uitkomsten van myelodysplastisch syndroom (MDS) kunnen sterk uiteenlopen. AlloHSCT
is de enige curatieve behandeling, maar na transplantatie kan ziekteprogressie
optreden. Er is behoefte aan voorspellers van deze progressie. Prof. Matthew
Walter (Washington University, St. Louis) en collega’s hebben onderzocht of
detectie van persistente ziekte-gerelateerde mutaties in het beenmerg na
transplantatie progressie kan voorspellen. Ze publiceren de studie vandaag online in The New England
Journal of Medicine.1
De studie
includeerde 90 patiënten die tussen begin 2002 en eind 2015 in St. Louis
transplantatie ondergingen voor MDS. De onderzoekers bepaalden met enhanced exome sequencing van pretransplantatie
gepaarde monsters van beenmerg en gezonde huid (als bron van controle-DNA)
aanwezigheid van ziekte-gerelateerde mutaties, en detecteerden tenminste één
mutatie in het beenmerg van 86 van 90 patiënten (96%). Onder deze patiënten
waren er 32 (37%) die tenminste één mutatie met een maximum variant
allelfrequentie van 0,5% of hoger hadden (equivalent aan één heterozygote
mutantcel per honderd cellen). De onderzoekers bepaalden voor alle patiënten persistentie van deze mutaties in beenmerg
dertig dagen na de transplantatie.
Onder de 86
patiënten waren er 35 met ziekteprogressie na de transplantatie, na mediaan 141
dagen (range 27 tot 1308 dagen); de overige 51 patiënten hadden geen progressie
tijdens mediaan 356 dagen follow-up (range 45 tot 2786 dagen). Patiënten met
ziekteprogressie hadden in de monsters dertig dagen na transplantatie mutaties
met een hogere maximum variant allelfrequentie dan patiënten zonder progressie (mediaan
0,9% versus 0%; p<0,001). Aanwezigheid versus afwezigheid van tenminste één
mutatie met een variant allelfrequentie 0,5% of hoger dertig dagen na
transplantatie was geassocieerd met
hoger risico van progressie (53,1% versus 13,0%; p<0,001) en lagere
één-jaars progressievrije overleving (31,3% versus 59,3%; p=0,005). Ook in
multivariate analyse was aanwezigheid van een dergelijke mutatie dertig dagen
na transplantatie geassocieerd met hoger risisco van progressie (HR 4,48;
p<0,001) en lagere één-jaars PFS (HR 2,39; p=0,002).
De
onderzoekers concluderen dat het risico van ziekteprogressie hoger was in
MDS-patiënten met persistentie van ziekte-gerelateerde mutaties dertig dagen na
transplantatie vergeleken met patiënten in wie deze mutaties niet gedetecteerd
werden.
1.Duncavage EJ, Jacoby MA, Chang GS et
al. Mutation clearance after transplantation for myelodysplastic syndrome. N Engl
J Med 2018;379:1028-1041
Summary: A study at Washington University School of Medicine in St. Louis showed that the
risk of disease progression was higher among patients with MDS in whom persistent
disease-associated mutations were detected in bone marrow 30 days after
transplantation than among those in whom these mutations were not detected.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)