KEYNOTE-024 had 154 patiënten in de pembrolizumab-arm (200 mg iedere drie weken) en 151 patiënten in de investigator-choice platina-doublet chemotherapie met optionele pemetrexed onderhoud. Patiënten in de chemotherapie-arm konden na progressie overgaan op pembrolizumab. Van de patiënten uit de pembrolizumab-arm kregen er 48 tweede- en laterelijn behandeling (31,2%) terwijl 56 patiënten bij de data cutoff van de nu gepresenteerde analyse nog steeds eerstelijns pembrolizumab kregen (36%). Van de patiënten uit de chemotherapie-arm kregen er 97 tweede- en laterelijn behandeling (64,2%) van wie 80 overgingen op pembrolizumab per protocol en 14 anti-PD-1 therapie kregen buiten het protocol.
De mediane PFS2 was niet bereikt voor de patiënten in de pembrolizumab-arm versus 8,6 maanden voor de patiënten in de chemotherapie-arm (HR 0,48; p<0,001). De twaalf-maands PFS2 was 67,2% voor de patiënten in de pembrolizumab-arm versus 44,4% voor de patiënten in de chemotherapie-arm. De mediane OS was na mediaan 19 maanden follow-up niet bereikt voor de patiënten in de pembrolizumab-arm versus 14,5 maanden voor de patiënten in de chemotherapie-arm (HR 0,63; p=0,003). De twaalf-maands OS was 70,3% voor de patiënten in de pembrolizumab-arm versus 54,8% voor de patiënten in de chemotherapie-arm.
De onderzoekers concluderen dat minder patiënten in de pembrolizumab-arm dan in de chemotherapie-arm tweede- en laterelijn behandeling kregen vanwege de significante verbetering van de PFS door pembrolizumab in de eerstelijns setting. De mediane PFS2 was significant beter voor de patiënten in de pembrolizumab-arm. De OS was na mediaan 19 maanden follow-up nog steeds beter in de pembrolizumab-arm ondanks cross-over van chemotherapie naar pembrolizumab.
1.Brahmer JR et al. ASCO Annual Meeting 2017; abstr. 9000