Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

PIK3CA-mutaties in HER2-positief mammacarcinoom en kans op pathologisch complete respons

(0)2016-05-15 15:02   ( Nieuws )

Tags

HER2+ BC  pCR  PIK3CA  

Prof. Sibylle LoiblEr zijn aanwijzingen gezien voor predictieve waarde van PIK3CA-mutaties in HER2-positief mammacarcinoom dat wordt behandeld met neoadjuvante anti-HER2 therapie en chemotherapie, maar deze studies hadden niet voldoende statistisch vermogen om subgroepanalyses mogelijk te maken. Prof. Sibylle Loibl (German Breast Group, Neu-Isenburg) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van individuele-patiëntgegevens van deelneemsters aan vijf klinische studies. De uitkomsten van de analyses zijn online gepubliceerd in Annals of Oncology.1



In de studies werden in totaal 967 patiënten met HER2-positief mammacarcinoom behandeld met taxaan-gebaseerde chemotherapie plus trastuzumab (T) of lapatinib (L) of T plus L. Voor aanvang van de behandeling werd PIK3CA gegenotypeerd in tumorbiopten. Het percentage met pathologisch complete respons was significant lager in de PIK3CA-mutantgroep (16,2%) dan in de PIK3CA-wildtypegroep (29,6%; p<0,001). Binnen de hormoonreceptor-positieve subgroep had slechts 7,6% van de PIK3CA-mutantpatiënten pathologisch complete respons, versus 24,2% van de PIK3CA-wildtypepatiënten (p<0,001). In de HER2+/HR- subgroep was er daarentegen geen statistisch significant verschil in het percentage pCR tussen PIK3CA-mutant (27,2%) en PIK3CA-wildype (36,4%; p=0,125).

In de verschillende behandelarmen was het percentage pCR voor mutant versus wildtype 20,3% versus 27,1% bij behandeling met T (p=0,343); 11,3% versus 16,9% bij behandeling met L (p=0,369); en 16,7% versus 39,1% bij behandeling met T+L (p<0,001). In de HR-positieve subgroep die met T+L behandeld werd was het percentage pCR voor mutant versus wildtype 5,5% versus 33,9% (interactie tussen HR en PIK3CA-genotype p=0,008).

De mediane follow-up op het moment van analyse was 47 maanden; er zijn geen statistisch significante verschillen voor ziektevrije overleving en overall survival tussen de PIK3CA-mutantgroep en de PIK3CA-wildtypegroep.

De onderzoekers concluderen dat PIK3CA-mutant HER2-positieve tumoren, met name de HR-positieve subgroep, overall significant slechtere pCR hadden dan wildtypetumoren. Er kunnen geen definitieve conclusies worden getrokken met betrekking tot overleving.

1.Loibl S, Majewski I, Guarneri V et al. PIK3CA mutations are associated with reduced pathological complete response rates in primary HER2-positive breast cancer – pooled analysis of 967 patients from five prospective trials investigating lapatinib and trastuzumab. Ann Oncol 2016; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren