Progressie van maligniteiten gaat gepaard met chronische hemostatische activering. Een verhoogd plasmagehalte van D-dimeren (afbraakproducten van fibrine) wijst op verhoogde fibrinolyse. Prof. Stefan Schneider (Universiteit van Hamburg-Eppendorf) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de associatie van het plasmagehalte van D-dimeren met de prognose van melanoom. De studie is online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.¹

Deelnemers aan de studie waren 533 melanoompatiënten. De onderzoekers bepaalden retrospectief het plasmagehalte van D-dimeren op het moment van diagnose. Bij een afsnijwaarde van 0,6 mg/l hadden 145 patiënten (27,2%) een verhoogd D-dimeergehalte. Verhoogd D-dimeergehalte was positief geassocieerd met tumordikte (p=0,0003), lymfeklierinvasie (p=0,0004), en metastase (p<0,0001). In univariate analyse was verhoogd D-dimeergehalte significant geassocieerd met kortere progressievrije overleving (HR 2,89; p<0,0001) en overall survival (HR 2,22; p=0,035). In multivariate analyse was verhoogd D-dimeergehalte eveneens geassocieerd met kortere PFS (HR 2,47; p=0,012) en met een trend van kortere OS (HR 2,01; p=0,087). D-dimeergehalten waren verhoogd in terminale patiënten, zoals bleek uit vergelijking van gehalten 0-8 weken en 24-48 weken voor het overlijden (p=0,0003).

De onderzoekers concluderen dat verhoogde D-dimeergehalten in het plasma geassocieerd zijn met slechte prognose van melanoom. Ze speculeren dat anticoagulatietherapie uitkomsten van melanoompatiënten zou kunnen verbeteren.

1. Desch A, Gebhardt C, Utikal J, Schneider SW. D-dimers in malignant melanoma: Association with prognosis and dynamic variation in disease progress. Int J Cancer 2016; epub ahead of print