In klinische
risicovoorspellingmodellen wordt een groot aantal risicofactoren voor
mammacarcinoom gebruikt, hoewel niet bekend is welk percentage van
mammacarcinomen door deze factoren verklaard wordt. PhD-student Natalie Engmann
(University of California, San Francisco) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van het populatie-attributief risicopercentage (PARP) van klinische
risicofactoren. Ze publiceren de studie online in JAMA Oncology.1
De studie is
gebaseerd op gegevens die tussen 1 januari 1996 en 31 oktober 2012 prospectief
werden verzameld door het Breast Cancer
Surveillance Consortium. De onderzoekers inventariseerden borstdichtheid (heterogeneously of extremely dense versus scattered
fibroglandular dense), eerstegraads familiegeschiedenis van mammacarcinoom,
body mass index (>25 versus 18,5-25), geschiedenis van benigne borstbiopsie,
en nullipariteit of leeftijd bij eerste bevalling (≥30 jaar versus < 30
jaar). Ze vergeleken deze factoren voor 18.437 vrouwen die binnen vijf jaar na
het verzamelen van de gegevens invasief mammacarcinoom of DCIS ontwikkelden met
die van 184.309 controlevrouwen, gematcht voor leeftijd, menopauzale status, en
jaar van bepaling van de risicofactoren. Het studiecohort omvatte 58.146
premenopauzale en 144.600 postmenopauzale vrouwen.
Uit de
analyses blijkt dat 89,8% van de premenopauzale patiënten en 95,1% van de
postmenopauzale patiënten voorafgaand aan de diagnose tenminste één
risicofactor had. De gecombineerde PARP van alle risicofactoren was 52,7%
(95%-bti 49,1%-56,3%) onder de premenopauzale vrouwen en 54,7% (95%-bti
46,5%-57,8%) onder de postmenopauzale vrouwen. Borstdichtheid was de meest
prevalente risicofactor in beide groepen, en had het grootste effect op de PARP:
39,3% van de premenopauzale en 26,2% van de postmenopauzale gevallen van
mammacarcinoom worden verklaard uit borstdichtheid. Onder postmenopauzale
vrouwen zou 22,8% van de gevallen van mammacarcinoom worden voorkomen als
vrouwen met overgewicht of obesitas een BMI lager dan 25 zouden hebben.
De onderzoekers
concluderen dat de meeste vrouwen die mammacarcinoom ontwikkelen al tenminste
één eenvoudig te bepalen risicofactor hebben. Meer dan de helft van zowel pre-
als postmenopauzale mammacarcinomen wordt door deze factoren verklaard. Deze
risicofactoren dienen te worden geïncorporeerd in risicovoorspellingsmodellen
om risico-gebaseerde screening en gerichte preventie te bevorderen.
1.Engmann
NJ, Golmakani MK, Miglioretto DL et al. Population-attributable risk proportion of clinical risk factors for
breast cancer. JAMA Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)