In laboratoriummodellen remt vitamine D de proliferatie van pancreascarcinoomcellen. De relatie tussen de plasmaspiegel van 25-hydroxyvitamine D (25-OH-D) en overleving van patiënten met pancreascarcinoom is tot op heden niet systematisch onderzocht. Dr. Brian Wolpin (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van deze relatie. De analyse is online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.¹

De analyse is gebaseerd op uitkomsten van vijf prospectieve studies. De deelnemers stonden bij inclusie in de studie een bloedmonster af, waarin onder meer het plasma 25-OH-D niveau werd bepaald. Tijdens de follow-up tussen 1984 en 2009 werd in 493 deelnemers pancreascarcinoom gediagnostiseerd. De onderzoekers bepaalden HR voor overlijden in categorieën van plasmaspeigels van 25-OH-D (insufficiënt < 20 ng/ml; relatief insufficiënt 20-30 ng/ml; sufficiënt ≥ 30 ng/ml).

Het gemiddelde prediagnostische plasmaniveau van 25-OH-D van de patiënten was 24,6 ng/ml, en 165 patiënten (33%) waren vitamine D-insufficiënt. Vergeleken met vitamine D-insufficiënte patiënten was het multivariabele HR van overlijden 0,79 (95%-bti 0,48-1,29) voor patiënten met relatieve insufficiëntie en 0,66 (95%-bti 0,49-0,90) voor vitamine D-sufficiënte patiënten (p voor trend 0,01). Deze uitkomsten bleven onveranderd na correctie voor body mass index en geschiedenis van diabetes. De associatie was het sterkst onder patiënten met bloedmonstername binnen vijf jaar voor de diagnose (sufficiënt versus insufficiënt HR 0,58; 95%-bti 0,35-0,98).

De onderzoekers concluderen dat pancreascarcinoompatiënten met sufficiënte prediagnostische vitamine D-spiegels een langere overleving hadden dan patiënten met insufficiënte niveaus.

1.Yuan C, Qian AR, Babic A et al. Prediagnostic plasma 25-hydroxyvitamin D and pancreatic cancer survival. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print