Anti-EGFR
antilichamen worden gebruikt voor de behandeling van RAS-wildtype metastatisch colorectaalcarcinoom. Prof. Olli Carpen (Universiteit
van Turku, Finland) en collega’s hebben eerder aangetoond dat in KRAS exon 2 wildtype mCRC de respons op
anti-EGFR therapie wordt voorspeld door het EGFR
gene copy number (GCN). Dezelfde onderzoekers hebben nu een studie uitgevoerd
van de predictieve rol van EGFR-GCN voor
anti-EGFR behandeling van RAS/BRAF/PIK3CA-wildtype
mCRC. De studie is online gepublceerd in het International
Journal of Cancer.1
In
tumorweefsel van 102 patiënten die anti-EGFR therapie kregen voor KRAS exon 2 wildtype mCRC bepaalden de onderzoekers KRAS-, NRAS-, BRAF-, en PIK3CA-genmutaties met next generation sequencing en EGFR-GCN met immuunhistochemie. Uit de
analyses blijkt dat een EGFR-GCN 4,0 of
hoger een betere respons en een betere progressievrije overleving voorspelde in
anti-EGFR behandelde patiënten met RAS/BRAF/PIK3CA-wildtype
mCRC (p=0,0004). In patiënten met EGFR-GCN
lager dan 4,0 was er geen verschil in respons of PFS tussen RAS/BRAF/PIK3CA-wildtype patiënten en
patiënten met mutaties in RAS, BRAF,
of PIK3CA.
De
onderzoekers concluderen dat EGFR-GCN
voorspellend is voor de werkzaamheid van
anti-EGFR behandeling in RAS-BRAF/PIK3CA-wildtype
mCRC. Tumoren met een EGFR-GCN lager dan 4,0 zijn even refractair tegen
anti-EGFR behandeling als tumoren met een mutatie in een van de genen van de RAS/BRAF/PIK3CA-route.
1.Ålgars A, Sundström J, Lintunen M et al. EGFR gene copy number predicts
response to anti-EGFR treatment in RAS wild type and RAS/BRAF/PIK3CA wild type
metastatic colorectal cancer. Int J
Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)