
De studie includeerde 105 patiënten met gevorderd-stadium tHER2- mammacarcinoom. Vergeleken met patiënten met laag-risico cHER2 (cHER2+ < 2) hadden patiënten met hoog-risico cHER2 (cHER2+ ≥ 2) verhoogd risico van progressie (HR 2,16; p=0,010). Onder patiënten met hoog-risico cHER2 hadden patiënten die anti-HER2 gerichte therapie kregen betere PFS vergeleken met patiënten die geen anti-HER2 gerichte therapie kregen (HR 0,30; p=0,035). Anti-HER2 gerichte therapie had geen significante impact op de PFS van patiënten met laag-risico cHER2 (HR 0,70; p=0,306). Longitudinale analyse van 67 patiënten met cHER2 liet zien dat patiënten met verandering van de cHER2-status van hoog-risico bij baseline naar laag-risico bij eerste follow-up significant betere PFS hadden dan patiënten met blijvend hoog-risico cHER2 (mediaan 11,7 weken versus 2,0 weken; p=0,001).
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met gevorderd-stadium tHER2- mammacarcinoom de cHER2-status gebruik van anti-HER2 gerichte therapie voor hoog-risico cHER2 kan geleiden.
1.Wang C, Mu Z, Ye Z et al. Prognostic value of HER2 status on circulating tumor cells in advanced-stage breast cancer patients with HER2-negative tumors. Breast Cancer Res Treat 2020; epub ahead of print
Summary: A multicenter study in the USA found that in advanced-stage breast cancer patients with HER2-negative tumors, the HER2 status of circulating tumor cells had the potential to guide use of anti-HER2 targeted therapy for high-risk circulating HER2.