In epidemiologische studies is gezien dat gebruik van aspirine in patiënten met mammacarcinoom geassocieerd is met verlaagd risico van distante metastasen en overlijden. Het mechanisme dat ten grondslag ligt aan deze associaties wordt niet goed begrepen. In verscheidene recente studies in colorectaalcarcinoompatiënten is overlevingsvoordeel van aspirinebehandeling gezien in patiënten met mutaties in het oncogen PIK3CA. Dr. Abde Abukhdeir (Rush University, Chicago) en collega’s hebben een preklinische studie uitgevoerd van het effect van aspirinebehandeling op mammacarcinoomcellen. De onderzoekers publiceren online in Breast Cancer Research and Treatment uitkomsten van de studie die liet zien dat mutaties in zowel PIK3CA en KRAS de cellen gevoelig maakte voor aspirine.¹ Cellen met alleen PIK3CA-mutaties waren minder gevoelig voor aspirine, en cellen met alleen KRAS-mutaties waren niet gevoelig. De onderzoekers concluderen dat deze studie de eerste aanwijzingen levert voor sensitizering van mammacarcinoomcellen voor aspirine door PIK3CA-mutaties.

1.Tuturro SB, Najor MS, Ruby CE et al. Mutations in PIK3CA sensitize breast cancer cells to physiologic levels of aspirin. Breast Cancer Res Treat 2016; epub ahead of print