
De studie includeerde 981 patiënten met goed-gedifferentieerde PNETS die tussen begin 2000 en eind 2017 resectie met curatieve intentie ondergingen. De onderzoekers bestudeerden preoperatieve imaging-rapporten om aanwezigheid van calcificaties of een cystische component ter grootte van meer dan de helft van het tumoroppervlak te beoordelen. Onder de patiënten had 18% calcificaties en 17% cystische tumoren. Tumoren met calcificaties waren vaker geassocieerd met Ki-67 ≥ 3% (47% versus 33%; p=0,029), lymfekliermetastase (36% versus 24%; p=0,011), en afstandsmetastase (13% versus 4%; p<0,001). Cystische tumoren waren minder vaak geassocieerd met lymfekliermetastase (12% versus 30%; p<0,001). De vijf-jaars recidiefvrije overleving na resectie was het meest gunstig voor cystische tumoren zonder calcificaties (91%) gevolgd door solide tumoren zonder calcificaties (77%) en het minst gunstig voor gecalcificeerde tumoren (solide 69%; cystisch 67%). In multivariate analyse bleven calcificaties een onafhankelijke voorspeller van RFS (p=0,0043).
De onderzoekers concluderen dat eenvoudig waarneembare radiografische kenmerken zoals, calcificaties en cystische morfologie, preoperatief kunnen worden gebruikt voor risicostratificatie van PNET-patiënten.
1.Makris EA, Cannon JGD, Norton JA et al. Calcifications and cystic morphology on preoperative imaging predict survival after resection of pancreatic neuroendocrine tumors. Ann Surg Oncol 2022; epub ahead of print
Summary: Retrospective analysis of patients of eight centers of the US Neuroendocrine Tumor Study Group found that among patients with pancreatic neuroendocrine tumors, easily detectable radiographic features, such as calcifications and cystic morphology, can be used preoperatively to stratify prognosis.