Preoperatieve
therapie voor rectumcarcinoom verlaagt het risico van lokaal recidief. In
patiënten met inflammatoire darmziekte (IBD) wordt deze behandeling echter vaak
achterwege gelaten vanwege gepercipieerd risico van bijwerkingen, hoewel
daarvoor slechts beperkte evidentie bestaat. Prof. Hans de Wit (Radboudumc) en
collega’s hebben een studie uitgevoerd van de impact van preoperatieve therapie
op acute toxiciteit en postoperatieve complicaties in IBD-patiënten met
rectumcarcinoom. Ze publiceren de studie online in Radiotherapy &
Oncology.1
In het
PALGA-register identificeerden de onderzoekers 161 patiënten met IBD die tussen
januari 1991 en mei 2010 werden behandeld voor rectumcarcinoom. Van deze
patiënten kregen 66 preoperatieve therapie (41%): 32 short-course radiation therapy (SC-RT), 13 LC-RT, en 21 CRT. In deze drie groepen werd graad 3
of hogere acute toxiciteit gezien in nul, één (7,7%), en zes (28,6%) patiënten.
Ten tijde van de behandeling gebruikte 10,5% van de patiënten systemische
corticosteroïden. Het optreden van graad 3 of hoger dertig-dagen complicaties
(overall 28,1%) was niet geassocieerd met het type preoperatieve therapie.
De
onderzoekers concluderen dat standaard preoperatieve therapie voor
rectumcarcinoom niet resulteerde in excessief hoge patiëntenpercentages met toxiciteit
of postoperatieve complicaties onder patiënten met relatief indolente IBD.
1. Bosch SL, van Rooijen SJ, Bökkerink GMJ et al. Acute toxicity and surgical complications after
preoperative (chemo)radiation therapy for rectal cancer in patients with
inflammatory bowel disease. Radiotherapy & Oncology 2017; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)