Richtlijnen
bevelen kiemlijn genetisch testen aan onder patiënten met een diagnose van een
maligniteit, zowel om gerichte behandeling mogelijk te maken als om verwanten
te identificeren die baat kunnen hebben bij gepersonaliseerd screening en
preventie. Een observationale studie op basis van gegevens in de SEER-registraties
in Californië en Georgia heeft de prevalentie van kiemlijn genetisch testen
geïnventariseerd onder patiënten met een diagnose van een maligniteit tussen
begin 2013 en eind maart 2019, met follow-up tot eind maart 2021. Prof. Allison
Kurian (Stanford University School of Medicine, Stanford CA) presenteerde de
studie gisteren op de Annual Meeting
van ASCO in Chicago. De studie is ook gepubliceerd in JAMA.1
Onder de
1.369.602 patiënten met diagnose van een maligniteit waren er 93.052 (6,2%) die
binnen twee jaar na de diagnose kiemlijntesten ondergingen. Het percentage
geteste patiënten liep uiteen per type maligniteit: mammacarcinoom in mannen (50%),
ovariumcarcinoom (38,6%), mammacarcinoom in vrouwen (26%), endometriumcarcinoom (6,4%), pancreascarcinoom
(5,6%), colorectaalcarcinoom (5,6%), prostaatcarcinoom (1,1%), en longcarcinoom
(0,3%). Vergeleken met non-Hispanic White patiënten werden Aziatische, Zwarte,
en Hispanic patiënten minder frequent getest.
De onderzoekers
concluderen dat onder patiënten met een diagnose van een maligniteit tussen
2013 en 2019 in Californië en Georgia, slechts 6,8% kiemlijn genetisch testen
onderging.
1.Kurian A, Abrahamse P, Furgal A et
al. Germline genetic testing after cancer diagnosis. JAMA 2023.9526
Summary: An observational study using data in SEER-registries found that among patients
with cancer in California and Georgia between 2013 and 2019, only 6.8%
underwent germline genetic testing.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)