Dr. Simone
Mocellin (Universiteit van Padua) en collega’s hebben een meta-analyse
uitgevoerd van gerandomiseerde gecontroleerde studies van middelen met
chemopreventieve werkzaamheid (chemopreventive
agents, CPAs) voor primair mammacarcinoom. De meta-analyse is online gepubliceerd in het Journal
of the National Cancer Institute.1 De auteurs vonden in de
literatuur 48 RCTs met tezamen 271.161 vrouwen die één van 21 CPAs kregen of
placebo.
CPAs met
significante preventieve werking waren anastrozol en exemestaan (RR 0,468;
95%-bti 0,346-0,634), arzoxifene (RR 0,415; 95%-bti 0,253-0,682), lasofoxifene
(RR 2,08; 95%-bti 0,0079-0,544), raloxifene (RR 0,572; 95%-bti 0,372-0,881),
tamoxifen (RR 0,708; 95%-bti 0,595-0,842), en tibolon (RR 0,317; 95%-bti
0,127-0,792). Het preventieve effect was beperkt tot ER-positieve tumoren van
postmenopauzale vrouwen, met uitzondering van tamoxifen dat ook premenopauzale
preventie biedt. Network meta-analysis voor het rangschikken van CPAs volgens
werkzaamheid en acceptabiliteit (een inverse maat van toxiciteit) liet zien dat
de nieuwe SERMs arzoxifene, lasofoxifene en raloxifene de beste benefit/risk-ratio
hebben, gevolgd door de aromataseremmers en tamoxifen.
De
onderzoekers concluderen dat de studie RCT-gebaseerde evidentie levert voor
werkzaamheid en acceptabiliteit van CPAs voor mammacarcinoom.
1.Mocellin S, Pilati P, Nitti D. Breast cancer
chemoprevention: A network meta-analysis of randomized controlled trials. J
Natl Cancer Inst 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)