De waarde van preventieve medicatie voor oudere patiënten met gevorderde maligniteiten is dubieus omdat het niet duidelijk is of de middelen tijdens de verwachte overlevingstijd van de patiënten nog enig klinisch profijt kunnen opleveren. Een Zweden-brede cohortstudie heeft het gebruik van preventieve medicatie door 65-plussers met maligniteiten geïnventariseerd. PhD-student Lucas Morin (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren de studie vandaag online in Cancer.¹

Tussen begin 2007 en eind 2013 overleden in Zweden 151.201 oudere patiënten aan een maligniteit, op een gemiddelde leeftijd van 81,3 jaar (SD 8,1). Het aantal per patiënt voorgeschreven preventieve middelen nam in het laatste levensjaar toe van 6,9 tot 10,1. Tot deze middelen behoorden antihypertensiva, anticoagulantia, statines, en orale antidiabetica. Deze middelen werden frequent gecontinueerd tot de laatste maand van het leven. De mediane met preventieve geneesmiddelen samenhangende kosten per patiënten bedroegen $ 213,- (IQR 77-490). De hoogste kosten voor preventieve middelen tijdens het laatste levensjaar werden gezien in patiënten met pancreascarcinoom en patiënten met gynecologische maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat (in Zweden) preventieve medicatie frequent wordt voorgeschreven gedurende het laatste levensjaar van oudere patiënten met maligniteiten.

1.Morin L, Todd A, Barclay S et al. Preventive drugs in the last year of life in older adults with cancer: is there room for deprescribing? Cancer 2019; epub ahead of print

Summary: A nationwide cohort study in Sweden found that, between 2007 and 2013, among 151,201 older adults (65 years and over) who died with cancer at a mean age of 81.3 years (SD 8.1) the average number of preventive drugs prescribed in the last year of life increased from 6.9 to 10.1; these drugs were often continued until the final weeks before death.