
Tussen begin mei 2011 en eind februari 2018 ondergingen 1138 patiënten genoomprofileren van gematcht tumor en normaal DNA (analyse van 1700 genen) en tumor RNA-sequencing. De sequencing was succesvol in 1015 patiënten (89,2%). Potentieel actionabele veranderingen werden gedetecteerd in 817 patiënten (80,5%) van wie 132 (16,2%) sequencing-geleide therapie kregen. Onder deze 132 patiënten waren er 49 (37,1%) met klinisch profijt na zes maanden en 26 (19,7%) met exceptionele respons, gedefineerd als behandeling gedurende twaalf maanden of langer. Pathogene kiemlijnvarianten werden geïdentificeerd in 160 patiënten (15,8% van het cohort), waaronder 49 pathogene kiemlijnvarianten met therapeutische relevantie. Onder de 55 patiënten met carcinoom met onbekende origine (CUP) identificeerde NGS de primaire site in 28 (50,9%); sequencing-geleide therapie in 13 patiënten resulteerde in klinisch profijt in 7 patiënten (53,8%) en exceptionele respons in 5 patiënten (38,5%).
De onderzoekers concluderen dat de studie steun biedt aan een aanbeveling voor gericht kiemlijntesten in alle patiënten met gevorderde maligniteiten en voor NGS-profilering van patiënten met CUP en andere zeldzame maligniteiten.
- 1.Cobain EF, Wu Y-M, Vats P et al. Assessment of clinical benefit of integrative genomic profiling in advanced solid tumors. JAMA Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: A study at the University of Michigan (Ann Arbor) found that in clinical practice next-generation sequencing of advanced solid tumors detected potentially actionable genomic alterations in 80.5% of patients. Of these 16.2% received sequencing-directed therapy, of whom 37.1% had clinical benefit, with exceptional responses in 19.7% of treated patiënts. Pathogenic germline variants were detected in 15.8%, including PGVs with therapeutic relevance in 4.8%.