Vrouwen met kiemlijn BRCA1/2-mutaties hebben een verhoogd risico van mamma- en ovariumcarcinoom. Een optie voor mutatiedraagsters met vroeg-stadium mammacarcinoom is tweezijdige mastectomie. Veel van deze vrouwen kiezen echter voor borstsparende chirurgie en observatie. Prof. Benjamin Corn (Shaare Zedek Medisch Centrum, Jeruzalem) en collega’s hebben een gecontroleerde fase 2-studie uitgevoerd van de waarde van radiotherapie naar de contralaterale borst in deze patiënten. Ze publiceren de studie online in Annals of Oncology.¹

Tussen mei 2007 en oktober 2017 includeerde de studie 162 patiënten met BRCA1/2-mutaties en vroeg stadium mammacarcinoom. Onder deze patiënten waren er 81 die kozen voor alleen locoregionale behandeling inclusief chirurgie en radiotherapie naar de betrokken borst (controle-arm), en 81 die bovendien additionele contralaterale radiotherapie kregen (interventie-arm). Tijdens mediaan 58 maanden follow-up werd contralateraal mammacarcinoom vastgesteld in tien patiënten in de controle-arm, mediaan 32 maanden na de behandeling, versus twee patiënten in de interventie-arm, na 80 en 105 maanden (p=0,011).

De onderzoekers concluderen dat onder BRCA1/2-mutatiedraagsters die worden behandeld voor vroeg-stadium mammacarcinoom, radiotherapie naar de contralaterale borst resulteerde in significante verlaging van het risico van contralateraal mammacarcinoom, en in vertraging van de ontwikkeling van contralateraal mammacarcinoom.

1.Evron A, Ben-David AM, Goldberg H et al. Prophylactic irradiation to the contralateral breast for BRCA mutation carriers with early stage breast cancer. Ann Oncol 2018; epub ahead of print

Summary: A study in Israel showed that among BRCA carriers treated for early breast cancer, addition of contralateral breast irradiation was associated with a significant reduction of subsequent contralateral breast cancers and a delay in their onset.