In de databases voor de periode van begin 1990 tot eind 2015 identificeerden de onderzoekers 40.840 patiënten met endometriumcarcinoom. Onder deze patiënten waren er 1701 met endometriose en/of adenomyose (4,16%). De vrouwen met endometriose/adenomyose waren jonger bij de diagnose endometiumcarcinoom, hadden vroeger ziektestadium, hadden vaker endometrioïd endometriumcarcinoom, en lagere graad tumoren. Het vijf-jaars overall survival percentage was 84,4% (95%-bti 84,6-88,1) in de groep met endometriose/adenomyose versus 71,6% (71,1-72,0) in de groep zonder endometriose/adenomyose, resulterend in een univariaat HR 0,63 (0,59-0,69). Na correctie voor leeftijd, stadium, histologisch subtype van de maligniteit, graad, chirurgie, en chemotherapie was het verschil tussen beide groepen niet significant (HR 0,98; 95%-bti 0,90-1,06).
De onderzoekers concluderen dat vrouwen met endometriumcarcinoom en endometriose/adenomyose een betere OS hebben dan vrouwen met endometriumcarcinoom zonder endometriose/adenomyose. De betere overleving hangt samen met stadium, graad, leeftijd, en histologisch subtype, maar niet met de aanwezigheid van endometriose/adenomyose.
1.Hermens M, van Altena AM, van der Aa M et al. Endometrial cancer prognosis in women with endometriosis and adenomyosis. A retrospective nationwide cohort study of 40,840 women. Int J Cancer 2021; epub ahead of print
Summary: A retrospective nationwide cohort study in The Netherlands found that women with endometrial cancer and histologically proven endometriosis/adenomyosis have a better overall survival than women with endometrial cancer without endometriosis/adenomyosis. This better survival was correlated to stage, grade, age, and histological subtype, but not to the presence of endometriosis/adenomyosis.