Er is
behoefte aan meer-effectieve methoden voor het inschatten van de prognose van
patiënten met HER2-positief mammacarcinoom die geen pathologische complete
respons (pCR) hebben na neoadjuvante therapie (NAT). Een retrospectieve studie
in drie centra in Italië heeft een prognostisch model op basis van residual cancer burden (RCB) en
tumorinfiltrerende lymfocyten in residuele ziekte (RD-TILs) geëvalueerd. Dr.
Maria Vittoria Dieci (Universiteit van Padua) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1
De studie
includeerde 295 patiënten die anti-HER2-behandeling plus chemotherapie NAT
kregen. De behandeling resulteerde in pCR in 100 patiënten. Onder de overige
195 patiënten was RCB significant geassocieerd met overall survival. Hoge RD-TILs (15% cutoff) waren significant
geassocieerd met slechtere OS dan lage RD-TILs. In multivariate analyse bleven
zowel RCB als RD-TILs onafhankelijk geassocieerd met OS. Een gecombineerde
score op basis van RCB en RD-TILs (‘RCB+TIL’-score) voor OS had een numeriek
hogere C-index dan alleen RCB en een significant hogere C-index dan alleen
RD-TILs).
De
onderzoekers concluderen dat ze een nieuw prognostisch model voor HER2-positief
mammacarcinoom met RD na NAT hebben ontwikkeld.
1.Miglietta
F, Ragazzi M, Fernandes B et al. A prognostic model based on residual cancer burden and tumor-infiltrating
lymphocytes on residual disease after neoadjuvant therapy in HER2+ breast
cancer. Clin Cancer Res 2023; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at three
centers in Italy led to a new composite prognostic score for patients with
HER2-positive breast cancer without pathologic complete response after
neoadjuvant therapy.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)