
De studie werd uitgevoerd in een cohort van 508 patiënten met zuiver DCIS en 192 patiënten met DCIS gemengd met invasief carcinoom. Van alle patiënten werden tumoren immuunhistochemisch getest op CD20, CD3, CD4, CD8, FOXP3, PD1, en PDL1. In een subset van 58 patiënten werden copy number variation en TP53-mutatiestatus getest. In het cohort met zuiver DCIS waren CD3+ lymfocyten het predominante cel-subtype, met het laagste niveau voor FOXP3. Expressie van PDL1 werd voornamelijk gezien in stromale TILs. Hogere abundantie van TILs-subtypen was geassocieerd met hogere tumorgraad, HR-negativiteit, en HER2-positiviteit. TP53-mutaties waren geassocieerd met hogere niveaus van stroma-CD3+, CD4+, en FOXP3+ cellen. Gemengd DCIS-invasief carcinoom had hogere dichtheden van alle immuuncellen, met uitzondering van CD4+ cellen, en checkpointeiwitten. Stroma-PD1 was het eiwit met de sterkst-verschillende expressie tussen DCIS en invasief carcinoom. Hoge dichtheden van TILs, stromaal FOXP3, en PDL1 waren ongunstige voorspellende factoren voor DCIS-recidief, terwijl hoge dichtheden van TILs onafhankelijk geassocieerd waren met slechte uitkomsten van alle recidieven en invasief recidief.
De onderzoekers concluderen dat immuuunsuppressieve eiwitten markers zouden kunnen zijn voor hoog-risico DCIS en ziekteprogressie. Verschillen in stromale en intratumorale lymfocytensamenstelling tussen zuiver DCIS en DCIS gemengd met invasief carcinoom hebben wellicht prognostische relevantie.
1.Toss MS, Abidi A, Lesche D et al. The prognostic significance of the immune microenvironment in breast ductal carcinoma in situ. Br J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A study in a cohort of patients with pure DCIS or DCIS mixed with invasive carcinoma (IBC) found that immunosuppressive proteins are potential markers for high risk DCIS and disease progression. Differences in stromal and intratumoral lymphocyte composition between pure DCIS, DCIS associated with IBC, and invasive carcinoma may play a prognostic role.