Dr. Elias
Jabbour (MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de prognostische betekenis van de detectie van toename van
beenmerg (BM) blasten op dag veertien (D14) van inductietherapie in patiënten
met niet eerder behandeld Philadelphia chromosoom-negatief ALL. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Cancer.1 Deelnemers aan de studie waren 389 adolescente
en volwassen patiënten.
In 319
patiënten (82%) was het D14 BM blastenpercentage lager dan 10%; in 31 patiënten
(8%) was het percentage 10% tot 30%; en in 39 patiënten (10%) was het
percentage 30% of hoger. In deze drie groepen waren de percentages met CR/CRp
respectievelijk 99,7%; 87%; en 79%. De D14 BM blastgroep was de enige factor
die voorspellend was voor het bereiken van CR/CRp (p<0,001). Deze figuur toont de vijf-jaars gebeurtenisvrije overleving en overall survival in de drie groepen. De
mediane vijf-jaars EFS was 49, 33, en 9 maanden (p<0,001); en de mediane
vijf-jaars OS was 88, 37 en 21 maanden (p<0,001). In multivariate analyse
was de D14 BM blastgroep onafhankelijk voorspellend voor zowel EFS (HR 1,44)
als OS (HR 1,45). Na toevoeging van minimaal residuele ziekte (MRD) op het
moment van CR aan het model was de D14 BM blastgroep echter niet langer
prognostisch voor EFS of OS.
De
onderzoekers concluderen dat bepaling van residuele MB-blasten op dag veertien
van de inductiebehandeling predictief is voor het bereiken van CR en van EFS en
OS. De impact van de detectie van blasten op de lange-termijn uitkomsten is
minder prognostisch als ook MRD-informatie beschikbaar is.
1.Short
NJ, Kantarjian HM, Sasaki K et al. Prognostic significance of day 14 bone marrow evaluation in adults with
Phildelphia chromosome-negative acute lymphoblastic leukemia. Cancer 2016; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)