
De meest frequent gemuteerde genen in EH-PCC waren KRAS (47,4%), TP53 (23,7%) en ARID1A (15,8%). In IH-PCC waren KRAS (22,2%), PBRM1 (16,7%) en PIK3CA (16,7%) en in EH-PCC IDH1 (17,1%), NRAS (17,1%) en BAP1 (14,3%) het meest frequent gemuteerd. In EH-PCC was aanwezigheid van mutaties in ALK (p<0,001), IDH1 (p=0,043) en TP53 (p=0,019) geassocieerd met slechte prognose. In IH-PCC was mutatie in TP53 (p=0,049) geassocieerd met slechte prognose, en in ICC was aanwezigheid van mutaties in ARID1A (p=0,012), PIK3C2G (p=0,030), STK11 (p=0,030), TGFBR2 (p=0,011) en TP53 (p=0,011) geassocieerd met slechte prognose.
De onderzoekers concluderen dat multigen-mutatieprofilering verschillende genmutaties identificeerde in EH-PCC, IH-PCC, en ICC. De studie vond specifieke prognostisch relevante mutaties die patiënten kunnen identificeren met slechte prognose na curatieve chirurgie. Deze patiënten hebben wellicht baat bij traditionele of gerichte adjuvante behandelingen.
1.Ruzzenente A, Fassan M, Conci S et al. Cholangiocarcinoma heterogeneity revealed by multigene mutational profiling: clinical and prognostic relevance in surgically resected patients. Ann Surg Oncol 2015; epub ahead of print