Dr. Naomi
Winick (University of Texas Southwestern, Dallas) en collega´s hebben een analyse
uitgevoerd van de prognostische significantie van blasts en witte en rode
bloedcellen in cerebrospinale vloeistof bij de diagnose B-cel ALL. Ze
publiceren de analyse online in het Journal of Clinical
Oncology.1 De analyse is gebaseerd op gegevens van deelnemers
aan B-cel ALL-studies van de Children’s
Oncology Group tussen begin 2004 en eind 2010.
De
onderzoekers onderscheidden de volgende risicogroepen: CNS1, geen blasten;
CNS2a tot 2c, <5 WBCs/μl en blasten met/zonder ≥ 10 RBCs/μl of≥ 5WBCs/μl
plus blasten met WBCs ≥ 5 maal het aantal RBCs; CNS3a tot 3c, ≥ 5 WBCs/μl plus
blasten met/zonder ≥ 10 RBCs/μl of klinische tekenen van CNS-ziekte.
CNS2-status had geen invloed op de therapie; patiënten met CNS3-status kregen
twee extra intrathecale behandelingen tijdens inductie en versterkte
postinductietherapie met 18 Gy craniële radiotherapie.
De studies
hadden tezamen 8379 evalueerbare patiënten. Van deze patiënten had 88,3%
CNS1-status; 10,2% CNS2-status; en 1,5% CNS3-status. De vijf-jaars gebeurtenisvrije
overleveing was 85% voor CNS1, 76% voor CNS2, en 76% voor CNS3. De vijf-jaar overall survival was 92,7% voor CNS1; 86,8%
voor CNS2, en 82,1% voor CNS3 (p<0,001). CSF-blast ongeacht cell count was een onafhankelijke
voorspeller van slechte uitkomst in patiënten met standaard- of hoog-risico
ziekte, ook in multivariate analyse gecorrigeerd voor leeftijd, ras, initieel
WBC, en dag-29 MRD.
De
onderzoekers concluderen dat lage niveaus van CNS-leukemie inferieure
uitkomsten en hoger percentage met relapse voorspelt, ongeacht RBCs.
1.Winick N, Devidas M, Chen S et al.
Impact of initial CSF-findings on outcome among patients with National Cancer
Institute standard- and high-risk B-cell acute lymphoblastic leukemia: A report
from the Children’s Oncology Group. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)