Een studie
van de Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft de prognostische
waarde onderzocht van testen op circulerend celvrij Epstein-Barr virus DNA
(cfEBV DNA) in de surveillance na behandeling voor niet-metastatisch
nasofarynxcarcinoom (NPC). Dr. Ying Sun en collega’s publiceren de studie online in Cancer.1 De
studie includeerde 1984 patiënten. De patiënten stonden bloedmonsters af binnen
drie maanden na de primaire radiotherapie, en vervolgens iedere drie tot twaalf
maanden gedurende vijf jaar, of tot recidief van de ziekte werd vastgesteld.
Tijdens de
follow-up werd cfEBV DNA gedetecteerd in monsters van 767 patiënten. Onder deze
patiënten werd later recidief vastgesteld in 489 patiënten (63,8%). Onder de
1205 patiënten zonder detecteerbaar cfEBV DNA werd in 105 patiënten recidief
gezien (8,6%). De sensitiviteit, specificiteit, en accuratesse van cfEBV DNA
waren 68,8%, 80,0%, en 78,2% voor lokaal recidief; 80,2%, 80,0%, en 85,9% voor
regionaal recidief; en 91,1%, 80,0%, en 92,8% voor afstandsmetastase. De detectie
van cfEBV DNA ging mediaan 2,3 maanden (IQR 0,1-9,5) vooraf aan radiologische
of klinische evidentie van recidief. Onder de 278 cfEBV DNA-positieve patiënten
die geen ziekterecidief ontwikkelden nam het virus DNA-niveau in de
bloedmonsters tijdens lange termijn follow-up weer af tot ondetecteerbaar
niveau in 227 (81,7%).
De
onderzoekers concluderen dat detectie van cfEBV DNA in bloedmonsters van
patiënten tijdens surveillance na behandeling voor NPC een vroeg signaal kan
zijn van recidief.
1.Chen
F-P, Huang X-D, Lv J-W et al. Prognostic
potential of liquid biopsy tracking in the posttreatment surveillance of
patients with nonmetastatic nasopharyngeal carcinoma. Cancer 2020; epub ahead
of print
Summary: A prospective study in China found
that, after treatment for nonmetastatic nasopharyngeal carcinoma, appearance of
cell-free Epstein-Barr virus DNA in plasma of patients was an early sign of
tumor recurrence.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)