
De studie includeerde LC-patiënten van het UMCG, die binnen een week na het begin van systemische therapie 1:1 werden gerandomiseerd naar een interventiegroep of een controlegroep. Patiënten in beide groepen kregen usual care, en patiënten in de interventiegroep beantwoordden bovendien de DT en de geassocieerde problemenlijst (PL) waarna ze additionele ondersteunende zorg kregen voor de zo geïdentificeerde problemen. De nu gepubliceerde analyse heeft betrekking op de 110 patiënten in de interventie-arm, onder wie 97 accuraat de DT beantwoordden.
Onder deze patiënten waren er 51 met een DT-score 5 of hoger, versus 46 met DT-score 4 of lager. Patiënten uit de groep met de hogere score hadden lagere kwaliteit van leven, meer symptomen van angst en depressie, en een kortere mediane overleving (7,6 maanden versus 10,0 maanden; p=0,02. Toevoegen van de DT aan een model van vijf bekende voorspellers van de één-jaars overleving resulteerde in significante verbetering van de accuratesse van het model (p<0,001) en een marginale verbeteringvan de C-statistic van 0,69 tot 0,71. Het percentage patiënten dat correct werd geïdentificeerd als hoog-risico (85% of meer) van overlijden binnen een jaar nam door toevoeging van de DT aan het model toe van 8% tot 28%.
De onderzoekers concluderen dat gebruik van de DT behandelaars in staat stelt beter LC-patiënten te identificeren met hoog risico van slechte uitkomst.
1.Geerse OP, Brandenbarg D, Kerstjens HAM et al. The distress thermometer as a prognostic tool for one-year survival among patients with lung cancer. Lung Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: A study in The Netherlands found that addition of the Distress Thermometer to a model of known predictors significantly improved the accuracy of the model to predict one-year survival of patients with lung cancer.