Prof. Julien Taieb (Université Paris Descartes) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van de prognostische en predictieve waarde van locatie van de primaire tumor in relatie tot BRAF- en RAS-mutatiestatus en microsatellietinstabiliteit (MSI)-status in patiënten die resectie onderginge voor stadium III coloncarcinoom en standaard adjuvante chemotherapie kregen. Ze publiceren de analyse online in JAMA Oncology.¹

De onderzoekers voerden een post-hoc analyse uit van de fase 3-studie PETACC-8, die patiënten met stadium III coloncarcinoom randomiseerde naar FOLFOX met of zonder cetuximab. Onder de 2559 gerandomiseerde patiënten werden de tumoren van 1900 gescreend met next-generation sequencing, van wie voor 1869 (57% mannen; gemiddelde leeftijd 59,4 jaar) informatie beschikbaar was over locatie van de primaire tumor. Er waren 755 patiënten (40%) met rechtszijdige tumor; 164 (10%) met MSI), 942 (50%) met RAS-mutaties en 212 (11%) met BRAF-mutaties.

Rechtszijdige tumorlocatie was niet prognostisch voor ziektevrije overleving in de gehele patiëntenpopulatie, maar was geassocieerd met kortere survival after relapse (HR 1,54; p=0,001) en overall survival (HR 1,25; p=0,03). De ziektevrije overleving verschilde niet voor patiënten met microsatellietstabiele versus MSI-tumoren. De ziektevrije overleving was beter in rechtszijdige versus linkszijdige tumoren in patiënten met RAS-mutaties (HR 0,80; p=0,046), en was slechter in rechtszijdige versus linkszijdige tumoren in patiënten met RAS- en BRAF- dubbel-wildtype tumoren (HR 1,39; p=0,04). De locatie van de primaire tumor was niet predictief voor de werkzaamheid van cetuximab.

De onderzoekers concluderen dat de associatie tussen primaire-tumorlocatie en recidief uiteenloopt voor patiënten met RAS- of BRAF-mutaties en RAS plus BRAF dubbel-wildtype.

1.Taieb J, Kourie HR, Emile J-F et al. Association of prognostic value of primary tumor location in stage III colon cancer with RAS and BRAF mutational status. JAMA Oncol 2017; epub ahead of print