Er is
behoefte aan verfijning van de prognose van tiple-negatief mammacarcinoom (TNBC)
na neoadjuvante chemotherapie (NAC). Een studie van Institut Bergonié (Bordeaux,
Frankrijk) heeft de prognostische betekenis geëvalueerd van pathologische en
immuunmarkers in TNBC-patiënten met residuele ziekte na NAC. Dr. Gaëtan MacGrogan en collega’s publiceren de
studie online in Breast Cancer Research and Treatment.1
De studie includeerde
186 patiënten die NAC ondergingen voor TNBC. De studie bevestigde de bekende
relatie tussen Residual Cancer Burden (RCB)-index
en drie-jaars overall survival (p=0,0004)
en drie-jaars afstandsrecidief-vrij interval (p<0,0001). Er waren 109
patiënten met residuele ziekte (RD) na NAC. In deze groep waren in multivariate
analyse CD4+ TILs (HR 2,88; p=0,007) en RCB-index (HR 12,04; p<0,0001)
onafhankelijke prognostische factoren voor afstandsrecidief-vrij interval.
Binnen de RCB-II klasse en RCB-III klasse waren CD4+ TIL-niveaus significant
prognostisch voor OS (p=0,05 in beide klassen).
De
onderzoekers concluderen dat de combinatie van pathologische (RCB-index) en
immuunmarkers (CD4+ TILs) kunnen bijdragen aan verfijning van de prognose van
TNBC-patiënten met RD na NAC.
1.Pinard C, Debled M, Ben Rejeb H et
l. Residual cancer burden and tumor-infiltrating lymphocyte subtypes in
triple-negative breast cancer after neoadjuvant chemotherapy. Breast Cancer Res
Treat 2019; epub ahead of print
Summary: A study in France found that
the combination of pathological and tumor micro-environmental features can
contribute to refining of the prognosis of TNBC patients with residual disease
following neoadjuvant chemotherapy.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)