
In de literatuur (januari 1990-februari 2015) vonden de onderzoekers zestien studies van overleving in TP53-gedefinieerde subgroepen van OAC-patiënten. Elf studies hadden alleen OAC-patiënten als deelnemers; in de vijf andere studies maakten OAC-patiënten meer dan de helft van de deelnemers uit. In alle studies tezamen, met 888 deelnemers, waren TP53-mutaties in de tumoren na correctie voor standaard prognostische factoren geassocieerd met verslechtering van de overleving (HR 1,48; 95%-bti 1,16-1,90; I2=33%). In de elf studies met uitsluitend OAC-patiënten als deelnemers (n=644) was er een sterker prognostisch effect van TP53-mutaties op de overleving en een lager risico van bias (HR 2,11; 95%-bti 1,35-3,31; I2=0%).
De onderzoekers concluderen dat patiënten met OAC met TP53-mutaties een slechtere overleving hebben dan patiënten met OAC zonder TP53-mutaties. Dit effect is onafhankelijk van tumorstadium.
1.Fisher OM, Lord SJ, Falkenback D et al. The prognostic value of TP53 mutations i oesophageal adenocarcinoma: a systematic review and meta-analysis. Gut 2016; epub ahead of print