Sommige overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd ontwikkelen vroeger fragiliteit dan verwacht zou worden op basis van hun leeftijd. Een analyse in het St. Jude Lifetime Cohort heeft de progressie van fragiliteit onder overlevers geïnventariseerd en risicofactoren voor versnelde ontwikkeling van fragiliteit onderzocht. Dr. Angela Delaney (St. Jude Children’s Research Hospital, Memphis TN) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.¹

Het cohort includeerde overlevers van maligniteiten die ten tijde van de diagnose 0 tot en met 22 jaar oud waren geweest (mediaan 7) en op het moment van inclusie 18 tot en met 45 jaar oud waren (mediaan 30). Bij inclusie werd fragiliteit vastgesteld in 6,2% van de overlevers (95%-bti 5,0-7,5). Vijf jaar na inclusie was 13,6% van de overlevers fragiel (95%-bti 11,9-15,4). Risicofactoren voor fragiliteit vijf jaar na inclusie waren 20 Gy of meer straling naar de borst (OR 1,98; 95%-bti 1,29-3,05), cardiale aandoeningen (1,58; 1,02-2,46), neurologische aandoeningen (2,58; 1,69-3,92), gebrek aan krachttraining (1,74; 1,14-2,66), sedentaire leefstijl (1,75; 1,18-2,59), en fragiliteit bij inclusie in de studie (11,12; 6,64-18,61). De sterkste risicofactor voor overlijden tijdens de follow-up was fragiliteit bij inclusie (OR 3,52; 95%-bti 1,95-6,32).

De onderzoekers concluderen dat prevalentie van fragiliteit onder de overlevers meer dan verdubbelde in vijf jaar na inclusie in het cohort.

1.Delaney A, Howell CR, Krull KR et al. Progression of frailty in survivors of childhood cancer: a St. Jude Lifetime Cohort report. J Natl Cancer Inst 2021; epub ahead of print

Summary: Analysis of the St. Jude Lifetime Cohort found that among survivors of childhood cancer prevalent frailty more than doubled at 5 years after study entry. Frailty at entry was the strongest risk factor for death.