
De NHS includeerde vanaf 1976 ruim 121.000 vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 55 jaar. Bij inclusie stonden de deelneemsters bloedmonsters af, waarin de lipidengehalten bepaald werden voor de nu gepubliceerde analyse. Deze analyse includeerde 252 deelneemsters die tijdens 3 tot en met 23 jaar follow-up ovariumcarcinoom ontwikkelden, en 252 gematchte deelneemsters die vrij bleven van maligniteiten. De som van de SM-gehalten in de baseline-monsters was significant geassocieerd met het risico van ovariumcarcinoom tijdens follow-up (OR 1,97; 95%-bti 1,16-3,32). De OR was licht hoger (OR 2,16) onder postmenopauzale vrouwen. Er waren geen significante associaties tussen de niveaus van de andere lipidengroepen en het risico van ovariumcarcinoom.
De onderzoekers concluderen dat verhoogde niveaus van SMs in de circulatie geassocieerd waren met verhoogd risico van ovariumcarcinoom 3 tot 23 jaar later.
1.Zeleznik OA, Clish CB, Kraft P et al. Circulating lysophosphatidylcholines, phosphatiylcholines, ceramides, and sphingomyelins and ovarian cancer risk: a 23-year prospective study. J Natl Cancer Inst 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis in the cohort of the Nurses’ Health Study found that elevated levels of circulating sphingomyelins 3-23 year before diagnosis were associated with increased risk of ovarian cancer, regardless of histotype, with stronger assocations among postmenopausal women.