
In multivariate analyse was spontane bloeding na ontslag geassocieerd met de diagnose van een maligniteit (gecorrigeerd HR 4,38; 95%-bti 3,31-5,79). Deze associatie was sterker voor meer ernstige bloedingen, met HR 1,52 voor BARC 1 bloeding (n=622); HR 4,88 voor BARC 2 (n=436); HR 7,30 voor BARC 3A (n=71); HR 12,29 voor BARC 3B (n=46); en HR 3,07 voor BARC 3C (n=37). Gastroïntestinale, genitoürinaire, en bronchopulmonaire bloedingen waren sterk geassocieerd met locatie-specifieke maligniteiten. Er waren geen verschillen in risico’s van maligniteiten in patiënten met bloedingen terwijl ze nog DAPT gebruikten of na discontinueren van DAPT (p=0,832). De positieve voorspellende waarde van post-discharge bloeding voor diagnose van een maligniteit was 7,7% (21,9% voor genitoürinaire bloeding; 18,6% voor bronchopulmonaire bloeding; 5,8% voor gastroïntestinale bloeding; 2,3% voor andere bloedingen). De mediane tijd tussen bloeding en de diagnose van een maligniteit was 4,6 maanden.
De onderzoekers concluderen dat spontane post-discharge bloeding in ACS-patiënten sterk geassocieerd was met het risico van een nieuwe diagnose van een maligniteit.
1.Muñoz Pouza I et al. ESC 2019; abstr. P677
Summary: A single-center study in Spain found that post-discharge spontaneous bleeding after acute coronary syndrome was strongly associated with subsequent cancer diagnosis with the first 6 months.