
De onderzoekers voerden een patiënt-controle analyse uit in het cohort van de European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition (EPIC), een prospectieve studie met meer dan een half miljoen deelnemers in tien Europese landen, met een follow-up van momenteel meer dan vijftien jaar. Bij inclusie stonden de deelnemers (onder meer) een bloedmonster af. Voor de nu gepubliceerde analyse bepaalden de onderzoekers serum-antilichaamresponsen tegen elf SGG-eiwitten in baseline monsters van de eerste 485 CRC-patiënten en van 485 gematchte controledeelnemers.
Antilichaam-positiviteit voor willekeurig één van de elf SGG-eiwitten was significant geassocieerd met het CRC-risico, met 63% positieve patiënten versus 56% positieve controlepersonen (OR 1,36; 95%-bti 1,04-1,77). Antilichaam-positiviteit voor twee of meer van zes geprespecificeerde SGG-eiwitten werd gezien in 17% van de CRC-patiënten versus 9% van de controlepersonen (OR 2,17; 95%-bti 1,44-3,27).
De onderzoekers concluderen dat de studie een positieve associatie heeft laten zien tussen SGG-eiwit antilichaam-positiviteit in prediagnostische serummonsters en het risico van CRC.
1. Butt J, Jenab M, Willhauck-Fleckenstein M et al. Prospective evaluation of antibody response to Streptococcus gallolyticus and risk of colorectal cancer. Int J Cancer 2018; epub ahead of print