Mammografische
microcalcificaties worden beschouwd als vroege tekenen van mammacarcinoom (BC).
De prospectieve studie KARMA in Zweden heeft de associatie tussen op
mammogrammen waargenomen microcalcificatieclusters en het risico van BC
geïnventariseerd. Dr. Shadi Azam (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s
publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1
De studie
includeerde 53.273 Zweedse vrouwen die tussen begin 2001 en april 2013
deelnamen aan het nationale programma van mammografiescreening of
mammografiescreening ondergingen in vier ziekenhuizen. Tijdens gemiddeld 5,4
(SD 0,6) jaar follow-up werd BC vastgesteld in 676 deelneemsters. De mediane
tijd tussen het laatste negatieve mammogram en de diagnose was 2,8 jaar.
Vergeleken met vrouwen zonder microcalcificatieclusters hadden vrouwen met 3 of
meer clusters een significant verhoogd BC-risico (HR 2,17; 95%-bti 1,57-3,01). Deze
associatie was sterker in premenopauzale vrouwen (HR 2,93; 95%-bti 1,67-5,16).
Onder postmenopauzale vrouwen hadden clusters en borstdichtheid vergelijkbare
invloed op het BC-risico. Er was geen interactie tussen clusters en
borstdichtheid. Clusters waren ook significant geassocieerd met in situ BC (OR
2,03; 95%-bti 1,13-3,63).
De
onderzoekers concluderen dat mammografische microcalcificatieclusters een
onafhankelijke BC-risicofactor vormen, met een sterkere impact onder
premenopauzale vrouwen dan onder alle vrouwen.
1.Azam
S, Eriksson M, Sjölander A et al. Mammographic microcalcifications and risk of breast cancer. Br J Cancer
2021; epub ahead of print
Summary: The
prospective KARMA study in Sweden
found that mammographic microcalcification clusters are an independent risk
factor for breast cancer, with a higher estimated risk in premenopausal women.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)