De Northern Sweden Health and Disease Study includeerde in 1985 114.679 inwoners van drie regio’s in Noord-Zweden. Tijdens de follow-up van 1985 tot 2010 werd in 613 deelnemers CRC gediagnostiseerd, na mediaan 8,2 jaar follow-up. In baseline-plasma monsters van deze deelnemers en 1190 gematchte controledeelnemers bepaalden de onderzoekers de gehalten van PLP, pyridoxaal, pyridoxinezuur (PA), 3-hydroxykynurenine (HK), en xanthureenzuur (XA). Ze berekenden de ratio van HK/XA als inverse marker van de functionele vitamine B6-status, en de ratio PA/(PLP + pyridoxaal) als marker van inflammatie en oxidatieve stress en een inverse marker van de vitamine B6-status.
Het risico van CRC tijdens de follow-up was 40% verlaagd in deelnemers in het derde versus het laagste kwartiel van PLP-plasmagehalte (OR 0,60; 95%-bti 0,44-0,81) en met 45% voor PLP-sufficiëntie versus PLP-deficiëntie (OR 0,55; 95%-bti 0,37-0,81). De HK/XA-ratio was positief geassocieerd met het risico van CRC (hoogste versus laagste kwartiel OR 1,48; 95%-bti 1,08-2,02). Dit gold ook voor de ratio PA/(PLP + pyridoxaal): hoogste versus laagste kwartiel OR 1,50 (95%-bti 1,10-2,04). Deze twee laatste associaties werden vooral gezien in deelnemers met een diagnose CRC binnen 10,5 jaar na de plasmamonstername.
De onderzoekers concluderen dat vitamine B6-deficiëntie, bepaald als plasma-PLP, geassocieerd is met een duidelijke toename van het CRC-risico. De analyses van nieuwe markers van functionele vitamine B6-status en met vitamine B6-geassocieerde oxidatieve stress en inflammatie suggereren een rol bij ziekteprogressie en niet zozeer bij iniatie van CRC.
1. Gylling B, Myte R, Schneede J et al. Vitamin B-6 and colorectal cancer risk: a prospective population-based study using 3 distinct plasma markers of vitamin B-6 status. Am J Clin Nutr 2017; epub ahead of print
