De kinetiek
van circulerend tumor DNA (ctDNA) tijdens postoperatieve radiotherapie (PORT)
voor residueel TNBC op het moment van chirurgie na neoadjuvante chemotherapie
(NACT) zou van belang kunnen zijn voor het optimaliseren van de adjuvante
behandeling. Een prospectieve studie in Zuid-Korea heeft deze kinetiek
geïnventariseerd. Dr. Haeyoung
Kim (Samsung Medisch Centrum, Seoel) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1
De studie
includeerde elf patiënten met residueel TNBC na neoadjuvante NACT en chirurgie.
Voor elk van de patiënten werd next-generation sequencing (panel van 38 genen)
toegepast op tumorweefsel en plasmamonsters. De plasmamonsters werden genomen
voor aanvang van de PORT (T0), na drie weken PORT (T1), en een maand na de PORT
(T2). In de tumormonsters van negen van elf patiënten werden somatische
varianten gezien in TP53 (n=7), PIK3CA (n=2), en AKT1, APC, CSMD3, MYC, PTEN en RB1
(ieder n=1). Deze mutaties werden niet waargenomen in de plasmamonsters. Plasma
ctDNA-varianten werd gezien in drie patiënten (27,3%) op T0 (n=1 voor EGFR, CTNNB1, en MAP2K). In
twee van deze patiënten nam de ctDNA variant
allele frequency af tussen T1 en T2, terwijl in de derde patiënt de VAF
toenam. Tijdens mediaan 22 maanden follow-up werd in geen van de patiënten
recidief gezien.
De
onderzoekers concluderen dat onder patiënten met post-NACT residueel TNBC meer
dan een kwart detecteerbaar ctDNA had na curatieve chirurgie. De ctDNA-VAF
veranderde variabel tijdens de PORT. De onderzoekers concluderen dat
ctDNA-kinetiek kan dienen als biomarker voor het optimaliseren van de adjuvante
behandeling.
1.Kim
H, Kim YJ, Park D et al. Dynamics
of circulating tumor DNA during postoperative radiotherapy in patients with
residual triple-negative breast cancer following neoadjuvant chemotherapy: a
prospective observational study. Breast Cancer Res Treat 2021; epub ahead of
print
Summary: A prospective study at Samsung
Medical Center (Seoul, South Korea) found that among patients with
post-neoadjuvant chemotherapy residual TNBC, more than a quarter exhibited a
detectable amount of ctDNA after curative surgery. The ctDNA VAF changed
variably during the course of postoperative radiotherapy. The authors conclude
that ctDNA kinetics can serve as a biomarker for optimizing adjuvant treatment.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)