
De studie includeerde 108 patiënten die niet-radicale longsparende chirurgie en chemotherapie hadden ondergaan voor MPM. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar radicale radiotherapie naar de hemithorax exclusief de long (50 Gy in 25 fracties plus simultane boost van 60 Gy naar gross disease) of palliatieve radiotherapie (PR, 20-30 Gy in 5-10 fracties) naar het thoracotomielittekenweefsel of alleen de tumor. Het eindpunt van de studie was overall survival. De mediane follow-up was 12,3 maanden. Na 64 OS-gebeurtenissen was de twee-jaars OS 58% in de RHR-arm versus 28% in de PR-arm (HR 0,46; p=0,003). Eén patiënt in de RHR-arm had graad 5-pneumonitis; zeventien patiënten hadden graad 3 toxiciteiten. In vier patiënten werd laat respiratoir falen gezien.
De onderzoekers concluderen dat RHR de overleving verbeterde van MPM-patiënten na niet-radicale chirurgie en chemotherapie, met acceptabele toxiciteit.
1.Minatel E et al. ESTRO38 (2019), abstr. OC-0500
Summary: A multicenter phase 3 study in Italy randomized patients with malignant pleural mesothelioma after lung-sparing surgery and chemotherapy to radical hemi-thoracic radiotherapy (50 Gy in 25 fractions plus a boost of 60 Gy to areas of gross disease) or palliative radiotherapy (20-30 Gy in 5-10 fractions) to thoracotomy scars or to gross disease only. The two-years OS rate was 58% in the radical arm versus 28% in the palliative arm. The toxicity of radical radiotherapy was acceptable.