Dr. Melissa
Troester (University of North Carolina, Chapel Hill) en collega’s hebben een
analyse uitgevoerd van rasgebonden verschillen in de expressie van acht genen
in luminal A en basal-like mammacarcinomen van 478 blanke en 495 zwarte vrouwen
die deelnamen aan de Carolina Breast
Cancer Study, en van de associaties van deze expressie met het risico van
recidief. Ze publiceren de analyse online in Breast Cancer Research.1
De onderzoekers bepaalden in tumormonsters het PAM50-subtype en de expressie
van acht genen met in eerdere studies gebleken associaties met uitkomsten: ACOX2, MUC1, FAM177A1, GSTT2, PSPH, PSPHL,
SQLE, en TYMS. In deze studies
was gezien dat ACOX2 en MUC1 ‘good prognosis genes’ zijn (hoge expressie geassocieerd met betere
uitkomsten), en dat de zes andere genen ‘bad
prognosis genes’ zijn.
De figuur laat zien dat hoge expressie (hoger dan de mediaan) versus lage
expressie van ACOX2 en MUC1 inderdaad geassocieerd was met minder
frequent optreden van recidief, en dat hoge expressie van de zes andere genen
geassocieerd was met meer frequent optreden van recidief. Er waren geen
rasgebonden verschillen in de expressie van ACOX2,
FAM177A1, en PSPH, maar in zwarte
vergeleken met blanke vrouwen was er een significant hogere expressie van de
overige bad prognosis genes, en een
significant lagere expressie van het andere good
prognosis gene.
De
onderzoekers concluderen dat rasgebonden verschillen in genexpressie van de
carcinomen kunnen bijdragen aan de waargenomen overlevingsdispariteit tussen
zwarte en blanke vrouwen met luminal A en basal-like mammacarcinoom.
1. Parada H, Sun X, Fleming JM et al. Race-associated biological differences among
luminal A and basal-like breast cancers in the Carolina Breast Cancer Study. Breast
Cancer Res 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)