Behandeling voor medulloblastoom zou het risico van tweede maligne neoplasmen (SMNs) kunnen verhogen. Een analyse van de SEER-database heeft deze hypothese getoetst. Dr. Debra Yeboa (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.¹

In de database identificeerden de onderzoekers 1294 patiënten die tussen begin 1973 en eind 2014 radiotherapie met of zonder chemotherapie kregen voor medulloblastoom. Onder deze patiënten waren er 68 die tezamen 75 SMNs ontwikkelden. De observed/expected ratio, versus de algemene bevolking, van SMNs onder alle patiënten was 4,49 (95%-bti 3,53-5,62), met het hoogste risico van SMNs in het centraal zenuwstelsel (O/E 41; 95%-bti 25-62), endocrien systeem (16; 9-26), bot (14; 1,75-52), wekedelen (9,01; 1,09-33), spijsverteringssysteem (5,03; 2,51-9,00), en het lymfatisch/hematopoïetisch systeem (3,37; 1,35-6,94). De O/E-ratio was hoger voor patiënten die chemotherapie plus radiotherapie kregen (O/E 5,52; 95%-bti 3,75-7,83) dan voor patiënten die alleen radiotherapie kregen (3,96; 2,88-5,32).

De onderzoekers concluderen dat patiënten die behandeld waren voor medulloblastoom vergeleken met de algemene bevolking een verhoogd risico van SMNs hadden, met uiteenlopende O/Es in verschillende orgaansystemen, en hoger risico bij toevoegen van chemotherapie aan radiotherapie.

1.Nantavithya C, Paulino AC, Liao K et al. Observed-to-expected incidence ratios of second malignant neoplasms after radiation therapy for medulloblastoma: a surveillance, epidemiology, and end results analysis. Cancer 2021; epub ahead of print

Summary: Analysis of the SEER 9 database found that patients treated for medulloblastoma were at elevated risk of second malignant neoplasms in comparison with the general population. Variations in observed-to-expected incidence ratios of SMNs were found for treatment modality, age at diagnosis, and time of diagnosis. The most common site, the CNS, was involved more in younger patients and those given chemotherapy with radiotherapy.