Chlorambucil met of zonder prednison was de eerstelijns behandeling voor 39% van de patiënten, met toevoeging van rituximab voor 5%. Fludarabine plus cyclofosfamide met of zonder rituximab werd gebruikt in 43%, en bendamustine met of zonder rituximab in 6%. De overall response rate was 64% (43% voor chlorambucil-gebaseerde behandeling; 84% voor fludarabine plus cyclofosfamide plus rituximab; 75% voor fludarabine plus cyclofosfamide; en 75% voor bendamustine met of zonder rituximab).
De mediane progressievrije overleving was 24 maanden, en de mediane overall survival was 58 maanden. In multivariate analyse waren PFS en OS significant geassocieerd met type behandeling, del(17p), performance status, geslacht, en leeftijd. Onder de groep patiënten die chlorambucil kregen was de mediane PFS slechts 9 maanden en de mediane OS slechts 33 maanden. Gebruik van chlorambucil nam tijdens de studieperiode af, maar in 2013 kreeg toch nog één op de drie patiënten chlorambucil. Graad 3 en hoger infectie werd gezien in 19% van de chlorambucil-patiënten en 30% van de patiënten die fludarabine-gebaseerde therapie kregen. Richter transformatie werd gezien in 5,5% van de patiënten; gelijkelijk verdeeld over de therapieën.
De onderzoekers concluderen dat de grootste tot op heden gepubliceerde inventarisatie van eerstelijns behandelingen voor CLL en uitkomsten heeft laten zijn dat er onder oudere patiënten een onbeantwoorde behoefte is aan meer-effectieve goed-verdragen therapieën.
1.Eketorp Sylvan S, Asklid A, Johansson H et al. First-line therapy in chronic lymphocytic leukemia: a Swedish nation-wide real-world study on 1053 consecutive patients treated between 2007 and 2013. Haematologica 2018; epub ahead of print
Summary: A retrospective study in a real-world cohort of Swedish patients treated for CLL in first line (n=1053) found an unmet need in elderly patients for more effective, well-tolerated therapies.