
De studie includeerde 538 patiënten die eerstelijns osimertinib kregen voor EGFR-gemuteerd aNSCLC, onder wie 203 patiënten die ouder waren dan 75 jaar. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving niet-significant korter was in de groep oudere patiënten, maar de mediane tijd tot falen van de behandeling was wel significant korter in de oudere groep (14,0 maanden versus 21,8 maanden; HR 1,46; p<0,001). Het percentage patiënten die de behandeling discontinueerden wegens adverse events was 28,6% in de groep oudere patiënten versus 14,9% in de jongere groep, en onder de patiënten die discontinueerden was het percentage die tweedelijns behandeling kregen 39,6% versus 72,8% in beide groepen. De mediane overall survival was 30 maanden in de oudere groep en werd niet bereikt in de jongere groep.
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die eerstelijns osimertinib kregen voor EGFR-gemuteerd aNSCLC, ouder patiënten slechtere uitkomsten hadden dan jongere patiënten.
1.Sakata Y, Saito G, Sakata S et al. Osimertinib as first-line treatment for elderly patients with advanced EGFR mutation-positive non-small cell lung cancer in a real-world setting (OSI-FACT-EP).
Summary: A multicenter retrospective study in Japan found that, in a real-world clinical setting, elderly patients had worse outcomes with first-line osimertinib for EGFR mutation-positive aNSCLC when compared to non-elderly patients.