Het subtype
van de tumor is bepalend voor de behandelingskeus en de prognose. Tumoren
kunnen echter heterogeen zijn, en niet stabiel zijn in de ER-. PR- en
HER2-status Tijdens het Breast Cancer
Symposium 2013 in San Francisco presenteerden onderzoekers van het MD Anderson
Cancer Center (University of Texas) de resultaten van een studie naar
veranderingen in receptorstatus tussen primaire en residuele ziekte na neoadjuvante
chemotherapie.1
Aan de
studie werd deelgenomen door 398 patiënten. De onderzoekers bepaalden de ER-,
PR- en HER2-status tijdens primaire en residuele ziekte. Bij 162 patiënten
(40,7%) werd een verandering gezien in tenminste één biomarker. Van de 211
ER-positieve tumoren veranderden er 23 (10,9%) naar ER-negatief, en van de 187
ER-negatieve tumoren veranderden er 39 (20,8%) naar ER-positief. Van de 162
PR-positieve tumoren veranderden er 57 (32%) naar PR-negatief, en van de 235
PR-negatieve tumoren veranderden er 28 (11,9%) naar PR-positief. Van de 72
HER2-positieve tumoren veranderden er 29 (40%) naar naar HER2-negatief. Bij de
35 trastuzumab-behandelde patiënten werd bij 16 (45,7%) een
HER2-statusverandering waargenomen.
Na een
follow-up van mediaan 40 maanden waren 128 patiënten (32%) overleden. Bij 167
patiënten (41,8%) was recidief opgetreden. Bij de patiënten met tenminste één
verandering in receptorstatus bedroeg de vijf-jaars overleving 73%; bij de
patiënten zonder verandering in receptorstatus bedroeg de vijf-jaars overleving
63% (p=0,07). Bij de patiënten met
tenminste één verandering in receptorstatus bedroeg de vijf-jaars recidiefvrije
overleving 63%; bij de patiënten zonder verandering in receptorstatus bedroeg
de vijf-jaars recidiefvrije overleving 48% (p=0,003). Bij de patiënten met bij
aanvang ER-positieve tumoren bedroeg de vijf-jaars overleving bij een ER-afname
minder dan 20% 73% en bij een ER-afname meer dan 20% 87% (p=0,03). Bij de
patiënten met bij aanvang ER-positieve tumoren bedroeg de vijf-jaars
recidiefvrije overleving bij een ER-afname minder dan 20% 59% en bij een
ER-afname meer dan 20% 71% (p=0,03). Verandering in enige receptor was
geassocieerd met betere recidiefvrije overleving (HR 0,63;
95%-betrouwbaarheidsinterval 0,44-0,9), maar niet met een betere totale
overleving na mediaan veertig maanden (HR 0,79; 95% bti 0,53-1,18).
De
onderzoekers concluderen dat veranderingen in ER-, PR- en HER2-status tussen
primaire en residuele ziekte frequent voorkomen. In deze studie was verandering
in biomarkerstatus geassocieerd met een significant verbeterde recidiefvrije
overleving.
Referentie 1. Painyanitikul N, Lei X, Chavez-MacGregor M et
al. Receptor status change from primary to residual breast cancer after
neoadjuvant chemotherapy (NCT) and analysis of survival outcome. Breast Cancer
Symposium 2013 San Francisco, abstr. 48
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)