De
derde-generatie EGFR-TKI osimertinib kan worden gebruikt voor niet-kleincellig
longcarcinoom dat na behandeling met eerdere-generatie EGFR-TKI een EGFR T790M-mutatie heeft ontwikkeld. In de fase 1/2-studie AURA werd onder patiënten met deze mutatie respons op
osimertinib gezien in 62% van de patiënten en ziektecontrole in 90%. Prof. James Chih-Hsin Yang (Nationale
Universiteit van Taiwan, Taipeh) en collega’s hebben in de Taiwanese
AURA-deelnemers onderzocht welke resistentiemechanismen tot ontwikkeling komen tijdens
behandeling met osimertinib. Ze publiceren de studie online in The Lancet Respiratory Medicine.1
Het
Taiwanese AURA-cohort bestond uit 71 patiënten die eerdere-generatie EGFR-TKI
hadden gekregen voor NSCLC, en in tumorweefsel of plasma detecteerbare EGFR-activerende mutaties en verkregen
T790M-mutatie hadden. In het kader van AURA kregen ze osimertinib 20-240 mg
eenmaal daags tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Biopsie van
tumorweefsel werd uitgevoerd bij inclusie en was optioneel bij progressie. De
patiënten stonden iedere zes weken bloedmonsters af. De onderzoekers inventariseerden
resistentiemutaties in de tumor- en plasmamonsters.
Van de 71
patiënten waren 51 beschikbaar voor deze analyse. In 47 van deze patiënten werd
progressie gezien. De mediane progressievrije overleving was 11,1 maanden en de
mediane overall survival was 16,9
maanden. De mediane OS na progressie op osimertinib was 5,4 maanden. Na deze
progressie waren plasmamonsters beschikbaar van 40 patiënten en
tumorweefselmonsters van 22 patiënten.
In
plasmamonsters van twaalf patiënten (30%) werd de T790M-mutatie gedetecteerd,
en in plasmamonsters van vier van deze twaalf tevens de C797S-mutatie.
Patiënten zonder detetcteerbare EGFR-activerende
mutatie voor aanvang van de behandeling hadden de beste overleving, zowel
overall (mediaan 22,4 maanden) als post-progressie (median 10,8 maanden). Verlies
van T790M-mutatie maar aanwezigheid van EGFR-activerende
mutatie in plasmamonsters was geassocieerd met de slechtste progressievrije overleving
(mediaan 2,6 maanden). In de 22 post-progressie tumormonsters zagen de
onderzoekers één transformatie naar squameus-cellige histologie en twee transformaties
naar kleincellige histologie. In negen van achttien monsters werd de
T790M-mutatie gedetecteerd (50%), in twee van twaalf monsters C797S (17%), in
vijf van tien monsters cMET-amplificatie (50%), in één van dertien monsters BRAF-mutatie (%), en in één van dertien
monsters KRAS-mutatie (8%).
De
onderzoekers concluderen dat in patiënten die osimertinib kregen heterogene
resistentiemechanismen tot ontwikkeling kwamen.
1.Lin C-C, Shih J-YY, Yu C-J et al. Outcomes
in patients with non-small-cell lung cancer and acquired Thr790Met mutation
treated with osimertinib: a genomic study. Lancet Respir Med 2017; epub ahead
of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)