
De studie includeerde 949 patiënten die tussen november 2017 en februari 2019 voor nieuw-gediagnostiseerde CMML werden behandeld in 38 centra in Europa en de Verenigde Staten. Van deze patiënten werd 43% behandeld met HMAs, 41% met hydroxyurea (HU), en 9% met intensieve chemotherapie (IC). De mediane overall survival was 20,7 maanden voor de groep HMA-behandelde patiënten versus 15,6 maanden voor de groep HU-behandelde patiënten en 14,0 maanden voor de IC-behandelde patiënten (in gecorrigeerde gestratificeerde analyses HU versus HMA HR 1,39; p=0,002; en IC versus HMA HR 1,55; p=0,0027). Onder patiënten met myeloproliferatief CMML was de mediane OS 17,6 maanden in de groep HMA-behandelde patiënten versus 12,6 maanden in de groep HU-behandeld patiënten en 12,3 maanden in de groep IC-behandelde patiënten (HR 1,38; p=0,0027 respectievelijk HR 1,44; p=0,040). Onder de patiënten met lager-risico ziekte (myelodysplastische CMML met minder dan 10% blasten, CMML-0, of lager-risico CPSS) was HMA-behandeling vergeleken met andere behandeling niet geassocieerd met OS-voordeel.
De onderzoekers concluderen dat HMAs de middelen van eerste keus zijn voor hoger-risico CMML en myeloproliferatief CMML.
1.Pleyer L, Leisch M, Kourakli A et al. Outcomes of patients with chronic myelomonocytic leukaemia treated with non-curative therapies: a retrospective cohort study. Lancet Haematol 2021;2:E135-E148
Summary: A retrospective cohort study including 949 patients from 38 centers in Europe and the USA found that hypomethylating agents were the preferred therapy for higher-risk CMML and myeloproliferative CMML.