Tot 10% van
alle mammacarcinomen (BCs) worden toegeschreven aan erfelijke pathogene
varianten (PVs) isn BC-gevoeligheidsgenen. De meeste dragers van PVs blijven
niet-geïdentificeerd. Een cross-sectionele retrospectieve studie in drie
borst-imaging centra in de Verenigde Staten heeft het resultaat van testen op
PVs onder niet-geselecteerde vrouwen geïnventariseerd. Prof. Jeffrey Weitzel (The Kansas University
Comprehensive Cancer Center, Kansas City) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1
De studie
includeerde 1943 achtereenvolgende vrouwen (mediane leeftijd 66 jaar) die van
november 2020 tot april 2022 een van de centra bezochten en ermee instemden
getest te worden. Negenendertig vrouwen (2%) bleken drager te zijn van een
klinisch actionabele PV in een hereditary
breast and ovarian cancer (HBOC)-gerelateerd of Lynch syndroom gen,
waaronder BRCA2 (15,4%), PALB2 (20,4%), CHEK2 (25,6%), en PMS2
(12,8%). De meeste dragers voldeden niet aan de NCCN-criteria om getest te worden.
De
onderzoekers concluderen dat de resultaten van de studie suggereren dat de
waarde van de op NCCN-richtlijnen gebaseerde benadering van genetisch testen op
PVs beperkt is.
1.Westbrook
L, Miltenburg D, Souter V et al. Hereditary cancer testing in a diverse sample across three breast
imaging centers. Breast Cancer Res Treat 2023-07137-1
Summary: A cross-sectional retrospective study found pathogenic variants in breast cancer genes susceptibility genes in 2% of
unselected women visiting breast imaging centers. Most of the carriers of these
variants did not meet the NCCN guidelines
for testing of the indicated gene.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)