Voor
levercelcarcinoom (HCC) zijn verschillende behandelingen beschikbaar, waaronder
chirurgie, ablatie, en conventionele transarteriële chemoëmbolisatie (cTACE).
Een retrospectieve studie van het Academisch Ziekenhuis van de Goethe
Universiteit in Frankfurt am Main (Duitsland) heeft de werkzaamheid van cTACE
voor HCC tussen 1996 en 2016 geïnventariseerd. Prof. Thomas Vogl en collega’s publiceren de studie in Cancers.1
In de
studieperiode kregen in het ziekenhuis in Frankfurt 836 HCC-patiënten tezamen
4084 cTACE-sessies (gemiddeld 4,89 sessie per patiënt). De mediane overall survival na cTACE was 700 dagen
(99%-bti 632,8-767,2). De beste OS werd gezien onder patiënten die neoadjuvante
cTACE kregen (1229 dagen; 99%-bti 983,8-1472,2), gevolgd door patiënten die
cTACE met curatieve intentie kregen (787 dagen; 696,3-877,7), en patiënten die
cTACE met palliatieve intentie kregen (360 dagen; 328,4-391,6). In multivariate
analyse waren poortadertrombose (HR 2,19; p<0,01) en Child-Pugh klasse B of
slechter (1,44; p<0,001) geassocieerd met slechtere OS.
De
onderzoekers concluderen dat geselecteerde patiënten met HCC baat kunnen hebben
bij cTACE, en dat poortadertrombose en Child-Pugh klasse B of slechter
geassocieerd zijn met slechtere prognose.
1.Vogl
TJ, Adwan H, Wolff L et al. Retrospective
long-term evaluation of conventional transarterial chemoembolization for
hepatocellular carcinoma over 20 years. Cancers 2024;16:1498
Summary: Retrospective review of
single-center experience found that selected patients with hepatocellular
carcinoma can have satisfying outcomes with conventional transarterial
chemoembolization. Portal vein thrombosis and Child-Pugh class B or worse are
unfavorable prognostic factors.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)