
Tussen begin 2005 en eind 2019 kregen in Toronto 691 patiënten radiotherapie voor mBC met BrM. Onder deze patiënten waren er 67 (9,7%) met brain-only mBC, gedefinieerd als afwezigheid van ECM en van leptomeningeale ziekte (LMD). Binnen deze subgroep bleven 40 patiënten (5,8% van 691) vrij van ECM en LMD tijdens mediaan 8 maanden follow-up (IQR 2-35), terwijl 17 patiënten (2,5%) LMD ontwikkelden en 10 patiënten (1,4%) ECM ontwikkelden. Patiënten met brain-only mBC hadden hogere waarschijnlijkheid van één enkele BrM (OR 3,41; p=0,001) en van hetzij HER2-positief subtype (OR 3,3; p=0,03) of TNBC subtype (OR 4,09; p=0,009). Patiënten met brain-only mBC bij presentatie hadden significant langere overall survival (HR 0,45; p=0,008) en trend van langere hersen-specifieke progressievrije overleving (HR 0,67; p=0,05) vergeleken met patiënten met concurrente ECM of LMD.
De onderzoekers concluderen dat patiënten met brain-only mBC langere OS en een trend van langere intracraniële PFS hadden dan mBC patiënten met ECM of LMD. Patiënten met HER2+ of TNBC subtype hadden hogere waarschijnlijkheid van brain-only ziekte dan patiënten met HR-positief/HER2-negatief mBC.
1.Id Said B, Soliman H, Moravan V et al. Patterns of treatment and outcomes of patients with brain-only metastatic breast cancer. J Neuro-Oncol 2023; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at the University of Toronto (Canada) found that patients with brain-only metastatic breast cancer had longer overall survival than metastatic breast cancer patients with extracranial metastases. Patients with HER2+ and TNBC were more likely to have brain-only disease compared with those with HR+/HER2- mBC.